Datum 19-11-1991 - Dinsdagmiddag - ds. Cees van Ginkel uit Gereformeerd Ulrum
bevestigingsdienst proponent Arie Bloed [t/m 24-2-1994]
------------------------------
lezen: Artikel 30-35 Geloofsbelijdenis
lezen: 2-Korinthe 4: 1-15
tekst: 2-Korinthe 4: 5 - Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw dienaars zijn om Jezus' wil
------------------------------
zingen: ps.111: 1-2 - ps.72:1,2 en 6 - ps.89: 7,8
ps.108: 1,2 - ps.119: 9 [aangepast]- ps.68: 5 en 10
------------------------------
Biografie van Ds. Cees van Ginkel
Reformatorisch dagblad [23-6-1990]
Auteurs: G.Roos en A.F.van Toor
------------------------------
--17 minuten leestijd--
------------------------------
'Ik ben langzamerhand van het activisme bekeerd; verlost ben ik nog niet' aldus van Ginkel
------------------------------
De (synodaal) gereformeerde kerkeraad van Ulrum zocht contact. Die wilde mij spreken en horen. Dat laatste is wat moeilijk", zei ik. Ik ben vrijgemaakt en als u bij mij komt geeft dat problemen". Kunt u dan niet bij ons komen preken?" Ik zei: Dan word ik nog dezelfde zondag geschorst". Op een wonderlijke manier hebben zij mij toch gehoord. Ik ben er beroepen en heb dat beroep met grote vrijmoedigheid direct aangenomen. Zo kom ik weer in de Gereformeerde Kerken, zo kom ik weer in een volkskerk terecht. Een kerk, die samen op weg is met een andere volkskerk".
Predikant heb ik altijd willen worden. Mijn vader ontving er een speciaal woord voor. Ik zelf niet en ik kan natuurlijk niet drijven op zijn geestelijk leven. Hij werd bepaald bij de profetie van Nathan. Voor de zoon die geboren werd zou gelden: die zal Mij een huis bouwen".
Ds. C. van Ginkel, als beroepen predikant te Ulrum een verre opvolger van ds. Hendrik de Cock, is
op 3 oktober 1936 in Hilversum geboren.
Na de gereformeerde Mulo, een werkkring bij de Twentsche Bank en het Gooise avondlyceum begon hij op 23- jarige leeftijd zijn studie theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar heb ik, dacht ik, wel goede jaren jaren gehad". Vader Van Ginkel, nu 92 jaar, had een handel in boter, kaas en eieren. Hij weet niet van ophouden, hij is nog steeds actief, door Gods genade, en hij is nog steeds gereformeerd", zegt zijn tot voor kort aan de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Heemse verbonden zoon.
Mijn grootouders wonend in de buurt van Woudenberg en Scherpenzeel zijn in het laatst van de vorige eeuw gereformeerd geworden. Zij herkenden zich niet meer in de prediking in de Hervormde Kerk. Grootvader bezocht ook wel de gezelschappen. En mijn vader ging dan mee. Uren lopen soms.
Onze familie staat in de traditie van de Nadere Reformatie. Toen onlangs een tante begraven werd, was er een ouderling van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Daar werden natuurlijk ook die donkere akkoorden aangeslagen. Je wordt weer teruggeplaatst in je gevallen staat. Een andere tante denkt helemaal niet in die richting. Ze is gereformeerd, maar ze komt er niet zoveel. Ze zei: Je zult het er wel niet mee eens zijn. Nou, ik was het er heel. best mee eens. Ook toen twee maanden geleden een andere tante begraven werd door een oud gereformeerde ouderling uit Rhenen.
Iets anders is of het elke keer zo moet gaan.
Ds. Van Ginkel deed in 1966 intrede in de gereformeerde kerk van Marienberg, ging in 1970 naar Putten en in 1973 naar Heinenoord. In 1975 onttrok hij zich aan het verband van de Gereformeerde Kerken om zich aan te sluiten bij de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Daar diende hij vanaf 1976 de kerk van Heemse. En nu keert hij terug. Maar niet omdat hij de Gereformeerde Kerken zo rechtzinnig vindt. In gesprek met ds. Van Ginkel, die na legio teleurstellingen nog slechts een passie kent, die van Kohlbrugge: Gooi het Woord erin en je zult wonderen zien.
Toen Van Ginkel voor de eerste keer in Ulrum preekte, citeerde hij de oude Klaas Kuipinga: Als ik een zucht aan mijn zaligheid moest toedoen was het eeuwig kwijt. Ik ben eigenlijk met oude schrijvers in aanraking gekomen via een oom. Een oom op een boerderij. Eigenlijk iemand, zoals je die ook wel tegenkwam in de omgeving van ds. Du Marchie van Voorthuijsen.
Mijn oom was diep overtuigd van de onwaardigheid van de mens en de grootheid en goedheid Gods. Hij gaf mij op zijn eigen manier les. Uit de Dogmatiek van Kersten. Ik waakte bij hem, vlak voor zijn overlijden. Hij verkeerde een beetje in een crisissituatie. Hij riep me telkens terug en zei: Het onedele en verachte van de wereld heeft God uitverkoren. Dat heeft mij diep beinvloed toen. Dat was mijn contact met de Nadere Reformatie.
Ik ben zelf in mijn jeugd veel in de Gereformeerde Gemeenten naar de kerk geweest en ook bij ds. Du Marchie. Twee en een half uur! Toen preekte hij over zondag elf. Maar alleen nog maar over die ene vraag: Waarom wordt de Zoon Gods Jezus, dat is Zaligmaker, genaamd? Aan vraag dertig was hij nog niet toegekomen. Volgende week verder! Ik heb al zulke merkwaardige invloeden ondergaan".
U spreekt nu vooral van uw beinvloeding tijdens uw studententijd?
Ik kwam altijd wel trouw in de kerk, maar ik vond toch eigenlijk niet wat ik zocht. Ik vond het wat afstandelijk en zo, wat objectivistisch. Ik keek dan eens om me heen en dacht: Die mensen heb-1 ben daar dus allemaal wel bevrediging in en het klopt ook eigenlijk allemaal wel. Ik kan er niet zoveel tegen zeggen. Maar ik voelde me toch niet voldoende aangesproken. Ik denk dat het er niet voldoende ging om de kernvraag: Hoe krijg ik een genadig God tot mijn deel? Daar zat ik wel een beetje mee. Toen ben ik op zoek gegaan. Ik ben eerst naar de christelijke gereformeerde kerk in Hilversum geweest. Dat was wel wat anders. Maar toch ook niet zo heel veel anders.
Op een gegeven moment is er toch wel een beetje een kentering gekomen. De kerk van de gereformeerde gemeente stond tegenover mijn ouderlijk huis. Ik kreeg in die tijd verkering. Mijn schoonmoeder was familie van ds. Karens. Dus wij gingen regelmatig naar de gereformeerde gemeente. De kerk van de oud gereformeerde gemeente stond aan de Diepeweg.
Diepeweg
Ik zie ds. Du Marchie van Voorthuijsen nog op de preekstoel staan. Hij zei: Nu heb ik nog een kruimeltje genade. Dan keek hij over de rand van zijn bril vanaf de kansel naar een oud vrouwtje. En dan dacht ik: Is er nu voor mij helemaal niets bij? Is het dan alleen maar voor die ziel? Het ging natuurlijk over de Kananese vrouw. Ik heb daar later zelf ook over gepreekt. Toen begreep ik het beter".
U was toen inmiddels predikant?
Marienberg was een rustige gemeente. Een zekere Schellevis wilde mij gaan betrekken bij het werk van de vereniging van verontrusten, "Schrift en Getuigenis". Ik heb de boot toen afgehouden. Ook van de zijde van de Evangelische Omroep ben ik in die tijd benaderd. De EO stond toen in de startblokken. Ik was er niet zo voor om allerlei eigen organisaties te hebben. Daar zag ik niet zo veel in.
Na een jaar was ik voor mijn gevoel toch wat uitgepreekt. Ik liep in Hilversum wat rond en ontdekte bij een boekhandel een boekje van ds. W. A. Hoek, "De onheilige heilige", over Kohlbrugge. Dat is lange tijd eigenlijk m'n kostbaarste boek geweest. Een heel ontdekkend boekje, dat mij nieuwe inspiratie gaf. De studie heeft mij altijd wel geinteresseerd, maar kon niet m'n gemoed, m'n hart bevredigen. Door Kohlbrugge heb ik weer nieuwe inspiratie gekregen.
In 1970 ben ik naar Putten gegaan. Dat is een grote ellende geworden. Mijn nogal vooruitstrevende collega kon bij een deel van de gemeente geen goeddoen en ik bij een ander deel niet. Dat heeft spanningen opgeleverd. Ik heb daar nogal wat onverdraagzaamheid ervaren van progressieve zijde, van de kant die juist graag praat over verdraagzaamheid en medemenselijkheid. Ik heb dat niet zo direct kunnen ervaren dan...
In die tijd kwam de vereniging van verontruste predikanten "Calvijn" van de grond. Ik was secretaris. De vereniging is opgericht samen met ds. R. Akkerman van Almkerk, met ds. J. Schelhaas en met m'n vriend ds. A. D. van de Heuvel, die beiden Nederlands gereformeerd geworden zijn. Met elkaar hebben we vanuit "Calvijn" een brief geschreven naar de synode met de vraag om eerherstel voor Schilder en Greijdanus.
In Putten zijn het roerige jaren geworden. De ene moderne dienst na de, andere moest er komen. Ik was daar erg op tegen. De situatie in Putten is op een gegeven moment zo hoog opgelopen dat ik op non-actief werd gesteld. Ik had regelmatig conflicten met de kerkeraad".
U was dus te 'zwaar'. Wat was er dan precies te zwaar?
Weet u, een mens die 'aan het eind' is zegt: Wat moet ik doen? En het antwoord is: Niets doen. Dat is de passiviteit van Kohlbrugge. De hedendaagse mens, of die nu vrijgemaakt is of synodaal of wie dan ook, wil graag toch wel wat aan het werk komen. Maar ik heb steeds gewezen op de rechtvaardiging van de goddeloze. Dat is voor mij het hart van het Evangelie. Dat is het helemaal niet om mij, maar dat is het. Niet de rechtvaardiging van de vrome mens. want die rechtvaardigt zichzelf. Gaandeweg zijn wij daar als kerken toch wat van vervreemd geraakt. Het gaat er om dat je voor de vierschaar Gods word vrijgesproken.
Maar weet u, ik heb het zelf ook veel in activiteit gezocht. Kijk, je komt bij die predikantenvereniging "Calvijn" en je verwacht toch min of meer daarvan weer wat redding, bemoediging. Alle mensen overigens die in Putten mijn naaste medestanders zijn geweest zijn intussen christelijk gereformeerd geworden.
Vrij spoedig maakte de classis het op non-actief zetten ongedaan. Al gauw heb ik toen een beroep naar Heinenoord aangenomen. Ds. J. B. van Mechelen inmiddels ook vrijgemaakt geworden beschouwde mij daar zo'n beetje als zijn opvolger. Vanuit Heinenoord hebben wij interkerkelijke bijeenkomsten belegd in Utrecht. Daar was ook bi betrokken de heer Rippen, pianofabrikant in Ede. Hij dacht aan een kerk a la EO, of zoiets: reformatorische en evangelische ontmoeten elkaar. Toen de kerkenraad zag aankomen dat wij op die manier los groeiden van het verband van de Gereformeerde Kerken, distantieerde deze zich van die bijeenkomsten. Na nog wat vijven en zessen heb ik toen de Gereformeerde Kerken verlaten om over te gaan naar de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt met een duidelijke binding aan de gereformeerde belijdenis. Dat heeft in 1975 nog in het RD gestaan".
Waarom werd u niet christelijk gereformeerd?
Ik ben vrijgemaakt geworden uit rationele overwegingen. Niet omdat ik daar zoveel affiniteit mee had. Volgens mij is de vrijmaking ook wel een van de grootste rampen geworden die ons gereformeerde vaderland getroffen heeft. Men noemt dat wel een reformatie, maar ja... De Gereformeerde Kerken leden toen gevoelig bloedverlies. Deze zijn veel leden kwijtgeraakt. En bij de vrijgemaakte is het door de overacciltuering van het verbondsmatige ook wel erg eng geworden. Het was voor 1944 geen pais en vree, maar er was over en weer in elk geval correctiemogelijkheid. Je kon elkaar aanspreken". Ik heb 1944 nooit reformatie genoemd.
Maar waarom bent u nou niet christelijk gereformeerd geworden, zoals bij voorbeeld ds. Van Benthem?
Ook ds. Van Benthem was in die tijd meer gericht op de vrijgemaakte kerken. Evenals ds. Van Mechelen en ds. Van de Heuvel. Kijk, wij wilden toch als verontrusten wat bij elkaar blijven. Ik wilde op de een of andere wijze toch nog wel graag de weg van 1892 vervolgen. Ik had het gevoel dat de weg in de vrijgemaakte kerken verder liep. In de prediking kon ik me eigenlijk helemaal niet zo goed vinden. Ik heb tegen mijn vrouw wel eens gezegd: Als ik ziek word, of iets dergelijks, dan moet ik geen vrijgemaakte dominee aan m'n bed hebben. Een vrijgemaakte collega heeft me wel eens gezegd: Jij moet je geestelijke achtergrond verliezen, anders wordt het nooit wat".
U had ook geen vrienden in de Christelijke Gereformeerde Kerken? Iemand als ds. J. H. Velema bij voorbeeld?
Ja, die ken ik goed. Maar een vriend? Dat durf ik niet te zeggen. Ik mag hem niet zomaar mijn vriend noemen. Maar wel een geestverwant".
U bent nooit op een dag van Bewaar het pand geweest?
Neen, ik denk dat ik ook nergens meer heen ga. Alleen naar de Vrienden van Kohlbrugge. Dat vind ik echt van die geestelijke conferenties".
Konden de leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zich dan vinden in uw prediking?
Nou, er kwamen nogal bezwaren. Ik zette vraagtekens achter allerlei zekerheden. Ik heb nooit propaganda gemaakt voor een of andere gereformeerde organisatie. Ik ben eigenlijk langzamerhand van het activisme bekeerd geworden. Verlost ben ik nog niet. Ik zal er nog wel mee behept blijven, zolang ik leven mag. Ik heb ook 1944 nooit een reformatie willen noemen, dat is onzin. Dan zou je dat gaan tillen op het niveau van de zestiende eeuw. Nou, dat was een heel wat radicalere Reformatie. Het Schriftgezag stond in 1944 ook helemaal niet ter discussie. Je kunt dat geen reformatie noemen. Het is een volslagen ramp geworden
Wij hadden toen mijn moeder ziek was, een vrijgemaakt meisje in huis voor de huishouding. En als die dan een keer met ons meeging naar de gereformeerde kerk, dan stond de volgende dag ds. L. Doekes, de latere professor, al op de Stoep. Mijn oom, Peet van Ginkel, kwam dan en dan zag hij ds. Doekes zitten. Dan zei-'ie: Nou dominee, een dominee zal men herkennen aan z'n gewaad, gelaat en gepraat, maar u met uw bruine schoenen, nee dat lijkt niet zo. Die durfde het dan nog wel zo'n beetje te zeggen, oom Peet hoor.
Men heeft dus vaak van die heel zware uitspraken. Ik sprak onlangs een Nederlands gereformeerde collega en die herinnerde zich uit de vrijmakingtijd dat iemand tegen een oud vrouwtje in de omgeving van Kampen zei: Jij hebt het ambtelijk bloed van Schilder vergoten. Nou ja, dat is natuurlijk klinkklare onzin".
Het lag dus voor de hand dat u niet vrijgemaakt zou blijven.
Ik ben in 1976 gekomen. Ik was hier een jaar, toen moest er al hoognodig een preekbespreking komen in de kerkenraad. Ik heb dat als zeer onplezierig ervaren. In de loop van de tijd hebben we heel wat van die besprekingen gehad. We waren hier met z'n drieen, maar 't ging eigenlijk altijd over mijn preken. En dan de brieven natuurlijk. Ik heb hier zo'n recente brief. Zal ik eens wat citeren?
Al vele jaren vervullen de preken van ds: Van Ginkel mij met zorg. Hierover is op de huisbezoeken met de ouderlingen gesproken. Schriftstudie en bestudering van onze belijdenis hebben mijn zorg niet weggenomen, maar hebben mij wel een beter zicht op de zaak gegeven. De opvatting van ds. Van Ginkel komen kort samengevat hier op neer: Christus is onze Middelaar. Hoe komen wij tot die Middelaar? Door een rechte zondekennis en schuldbeleving. Onderzoeken we onszelf bij het licht van de Schrift dan blijkt dat wij voor eeuwig doemwaardig zijn. De waarheid over ons leven is dat wij totaal onbekwaam zijn tot enig goed, tenzij wij door de Geest Gods wedergeboren worden, dat wil zeggen. Hij bewerkt dat we ontdekken wat voor verschrikkelijke zondaars we zijn. Dat brengt ons tot de Middelaar. Want hij is de enige die ons van al onze ongerechtigheden kan verlossen. Christus is onverbrekelijk verbonden met Z'n volk, de christenen. We vinden het leven alleen buiten onszelf in Christus. Hij deelt al Zijn goederen met de Zijnen. De kerk verheft zich niet op het kindschap Gods. De ware kerk heeft geen hoge dunk van zichzelf. We blijven mensen in zonden gevallen. In het beste geval zijn we rechtvaardig en zondaar tegelijk. Dat houdt ons laag bij de grond. Vanaf het zondaarsbankje heb je het beste zicht op de genade van God.
Vanuit de diepte bidden we om vergeving van de zonde. We blijven bedelaars aan de troon van Gods genade".
En dan gaat de brief verder: Het is zaak deze op het eerste gehoor Schriftuurlijke leer te toetsen aan onze belijdenis. Volgens deze leer komen we tot onze Middelaar door een rechte zondekennis. In plaats van dat we aangespoord worden om onze oude mens te laten afsterven moeten we hem uitgebreid gaan bestuderen (dat is niet zo, hoor). Opstaan tot een nieuw leven kunnen we niet. We moeten op het zondaarsbankje blijven zitten. Zo wordt het werk van de Heilige Geest miskend en tegengestaan. Hoe kunnen we dan ooit goede werken doen? En hoe kunnen we dan ooit uit de vruchten zeker zijn van ons geloof? En kunnen we dan ooit onze naaste voor Christus winnen? En waar blijft onze hartelijke vreugde in God door Christus en de lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werken te leven (zondag 32 en 33). We zijn onverbrekelijk verbonden met Christus, de weg die ons gewezen wordt voert van Hem vandaan...", en dat gaat zo nog een poosje door".
Kijk, men denkt in de vrijgemaakte kerken werkelijk verder gekomen te zijn, dat is de arrogantie dan Abraham en dan de heiligen van de oude dag. Ik heb ook nog een andere brief bewaard. Die komt uit dezelfde wijk. De wijkouderling zei: Mijn wijk is voor 75 procent verontrust over uw preken. Hij zei eens: U bent van een andere geest dan wij. Toen ik vroeg van welke geest dan, zei hij: Van de geest van de Nadere Reformatie. Daar had-ie iets van opgevangen".
Toch wordt er wel gezegd dat 'bevinding' terrein wint binnen de vrijgemaakte kerken.
Is dat zo?
"Vorig jaar werd door dr. M. J. Arntzen op onze predikanten conferentie gesproken over bevindelijke prediking. Ik was daar blij mee. Toch is het volgens mij een oppervlakkige voorstelling van zaken om te veronderstellen dat er gunstiger over 'bevinding' wordt gedacht in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Ik heb er op die predikantenconferentie niets van kunnen merken. Arntzen is een irenisch figuur die het op een goede manier heeft gebracht, zeer voorzichtig. Maar ik hoor nog een oudere collega zeggen: Wat misselijk, om mensen weer op zichzelf terug te werpen. Men heeft er geen antenne voor. En men zal die ook niet krijgen. Overigens kun je in de Nadere Reformatie natuurlijk ook verdrinken.
Ik heb eens een ouderling op bezoek gehad. Ik zei dat we de veronderstelde wedergeboorte door de voordeur heen hadden gezonden, maar het veronderstelde geloof door de achterdeur naar binnen hadden gehaald. Toen kwam hij bij me..."
U bent steeds meer beinvloed door Kohlbrugge, zegt u. Waarom bent u dan weer gereformeerd geworden?
Kijk, in de vrijgemaakte kerken ligt alles vast. Als je geen thema en puntenverdeling hebt, ik heb dat zelden gehad, ik vond dat systeemdwang, dan deugde het niet. Ik heb altijd gezegd: De profeten hebben dat, voor mijn besef, ook nooit gedaan. Daar val je ook van de ene verbazing in de andere. Je wordt natuurlijk onmiddellijk herkend. Als ik in de Gereformeerde Gemeenten een preek zou houden, zou men dus ook op de kortste termijn wel weten welk vlees men in de kuip heeft. Nou, wat heb ik gedaan, ik heb niet meer gezocht naar een kerk die misschien het beste bij mij paste. Ik ben gewoon teruggekeerd.
Ik weet wel dat er ook in de Gereformeerde Gemeenten de nodige variatie is. Ik ben ook wel in Utrecht in de kerk geweest, toen ik vrijgemaakt predikant geworden was dan. Daar mocht ik graag ds. J. S. van der Net horen. Ik ben ook wel bij ds. A. Elshout geweest, destijds toen die gemeente nog in de Boothstraat samenkwam. Ik vond dat gematigde gereformeerdengemeente predikanten. Ik mocht daar graag komen.
De mogelijkheid om christelijk gereformeerd te worden is ook niet bijster groot. Ik heb ook met Nederlands gereformeerden gesproken. Ook daar bleek weinig plaats te zijn. Bij de christelijke gereformeerden zit het muurvast. Een collega hier uit de buurt zit hier ook al zo'n twaalf jaar".
Uw idealen zijn weg?
Ik heb geen enkel actieprogramma meer. Ik kreeg een collega aan de lijn van het Confessioneel Gereformeerd Beraad. Dat was zoveel als een uitnodiging. Maar ik organiseer me niet meer. Ik verwacht van geen enkele organisatie nog iets. Werp het Woord erin, zei Kohlbrugge, en je zult wonderen zien. Ik hoop dat me dat gegeven mag zijn, dat ik het Woord erin mag werpen. En verder maar gewoon in het midden van de kerk werken, zonder enig organisatorisch verband. Want ik vind het heilloos. Wij bewerken het niet en we brengen het nog niet voor een milligram mede tot stand. Het is allemaal buiten ons".
U denkt het in Ulrum te kunnen harden?
Ik hoop het. De ontvangst was allerhartelijkst. Ik voel me daar in elk geval op m'n plek. Ik geloof dat het met Gods hulp wel goed zal gaan. Ik ervaar het als een genadegeschenk dat de Heere op zo'n merkwaardige wijze je weg leidt en je afbrengt van allerlei actieprogramma's. Het zijn allemaal maar onze constructies. Wij redden het met elkaar niet. De Heere houdt het Zelf met Zijn kerk nog vol. De kerk heeft toekomst alleen omdat Christus een Koning is die nooit zonder onderdanen zal zijn". |
|
Data
|
Grootte |
8 MB |
Downloads |
655 |
Aangemaakt |
08-05-2020 |
Gewijzigd |
08-05-2020 |
Download |
|